Verdriet toelaten
Je kent ze wel. Mensen die zich terugtrekken (verdriet), die alsmaar willen controleren (angst) of die hun woede eruit gooien (boosheid). Hoe kunnen ze hier uitstappen?

Een goede vriendin was al heel lang gelukkig getrouwd met haar allerliefste man. Het stel leefde vanuit liefde en blijdschap. Totdat haar man ziek werd en stierf. Het was alsof letterlijk de helft van haar eigen lijf was afgestorven. De eerste jaren was ze verdoofd en droeg ze uit dat haar geliefde bij haar was. Ze ontkende het verdriet. Haar omgeving vond haar zo krachtig ...
In de jaren daarna daalde langzaam het besef in dat hij er echt niet meer was, in fysieke zin. Ze stond alleen, en wilde haar kinderen er ook niet mee belasten. Zij werd somber en miste vitaliteit. Haar lijf gaf signalen dat zij het verdriet ergens diep had opgeslagen. Ze kon er niet bij.
Ze zocht contact met een masseur en liet zich aanraken. Ze maakte ze voor het eerst echt contact met de diepe gevoelens van verdriet. Ze ontdekte dat ze haar hele leven geen verantwoordelijkheid had getoond voor haar gevoelens. Ze ging nu staan.Ze kon het verdriet nu ten volle toelaten en door haar heen laten stromen. Dat luchtte op. Ze is nu blijer en energieker dan voorheen.
Toelaten Zo gaat het ook met het leren toelaten en accepteren van angst en boosheid. De kunst is om er bij te blijven zonder iets te willen veranderen. Het is behulpzaam als iemand je daarbij aanraakt en je uitnodigt om met de aandacht naar binnen te gaan.
Met coaching wordt dan vaak wel duidelijk hoe bijvoorbeeld je hang naar perfectie je hindert om de angst toe te laten. Of hoe pleasen kan leiden tot boosheid. Het zien van de onderliggende patronen is het begin van de verandering. Het loslaten kan beginnen.
Vrijheid
Veel mensen hebben de aandacht van anderen nodig om zich prettig te kunnen voelen. Dit kun je achter je laten door verantwoordelijkheid te leren nemen voor dat wat je denkt en voelt. Je bent niet langer een speelbal van de omstandigheden; ook niet van je gedachten en gevoelens.
Zo gauw je de ander niet meer verantwoordelijk maakt voor je gevoelens en welzijn, groeit je gevoel van eigenwaarde. Je ‘dwingt’ niet langer de aandacht af. Er ontstaat ruimte en vrijheid. Als iemand dan aandacht geeft, is dat onvoorwaardelijk, want die ander doet dat niet omdat jij het verwacht of uitlokt, maar omdat de ander vanuit vrijheid verbinding maakt.