top of page
Foto van schrijverHuub ter Haar

Hoe rugpijn verdwijnt

Cliënt Jelle (begin vijftig) heeft pijn tussen zijn schouderbladen. Al langere tijd. Als ik vraag wat de pijn hem wil vertellen, weet hij dat niet meteen te duiden.

Zijn hulpvraag gaat over afwijzing. Hij is al zijn hele leven op zoek naar liefde, maar dat lukt telkens niet. Ook recent weer houdt een bevriende vrouw, voor wie hij meer voelt dan vriendschap, afstand.


Een grote romance werd niet zo lang geleden abrupt verbroken. Hij heeft maandenlang daarna pijn en gemis ervaren, om die mooie band.


Als hij zich op de massagetafel laat aanraken, kan hij dieper ontspannen. Tijdens de aansluitende coaching geeft hij aan dat de pijn verdwenen is. Ik vraag hem hoe hij dat verklaart. Hij vermoedt door de diepe ontspanning die hij ervaart. Blijkbaar. Nu is hij beter in staat om te kijken naar de oorzaak van de pijn. Ik help hem op weg door te vragen welke emotie onder de pijn en de spanning opgeslagen zou kunnen zijn. Na enige stilte antwoordt hij ‘Verdriet?’.

Inderdaad, aan de achterzijde van het hart ligt verdriet opgeslagen in zijn lijf. Dat verdriet is verhard. Steeds als hij de door hem zo gewenste hechting niet beantwoord ziet worden door een vrouw, wordt zijn oude verdriet aangeraakt en het mechanisme om dat niet te willen voelen. Het verdriet is ontstaan toen hij als achttienjarige de eerste keer verliefd was en dit niet wederzijds was. In zijn jeugd miste hij hechting met zijn ouders. Hij voelde zich al vroeg verlaten en niet gezien.


Door het sterke gemis aan hechting groeit zijn overtuiging dat ooit die ene vrouw hem wel veilige hechting kan bieden. Telkens als hij gaat daten gaat dat gepaard met spanning en angst of de behoefte deze keer wel beantwoord zal worden. En hoe vaker hij afwijzing ervaart, hoe meer hij zijn verdriet dieper verdringt.

De pijn is een wegwijzer die hem uitnodigt om contact te maken met het onderliggende verdriet. Wat wil het verdriet hem zeggen?

Ik houd hem voor dat het opgeslagen verdriet hem wil helpen. Om de zó gewenste geborgenheid niet langer bij een ander te zoeken, maar als eerste in zichzelf. Verbinding met jezelf en met een ander - en daarmee vitale liefde - ontstaat eerder en houdt beter stand als je verbindende ruimte ziet ontstaan en de veiligheid of geborgenheid van een ander niet nodig hebt.

Comments


bottom of page